Het dagmenu is op zich niet heel erg ingewikkeld. Maar hier en daar wil ik graag wat extra's vertellen.
Je begint de dag met een glas water met versgeperst citroensap.
Vers citroensap in (lauw)warm water helpt je spijsvertering om gang te komen. Citroenen zitten ook nog eens vol met mineralen en vitaminen die je lichaam van binnenuit ‘schoonmaken’ waardoor je darmen beter hun werk kunnen doen. Het resultaat is schone darmen en een regelmatige stoelgang. En dat geeft een prettig gevoel.
Het ontbijt is klein, maar bevat wel alle stoffen die je lichaam goed kan gebruiken. Je kunt de verschillende ontbijtelementen los eten. Maar je kunt er ook gerechten van maken.
Als je maaltijd er leuk uit ziet, is het leuker om het te eten. Dus zorg ook dat het er een beetje leuk uit ziet, het is echt niet moeilijk.
Het ontbijt bestaat uit een grote beker groene thee.
Daarnaast eet je een vrucht. Kies fruit van het seizoen. Je kunt ook een fruitsalade maken. Dan neem je van meerdere vruchten een stukje.
Je kunt een schaaltje yoghurt of kwark er bij kiezen. Op de yoghurt kun je de gehakte noten doen.
Wat ook een leuk effect geeft, is als je de kwark of yoghurt op het fruit dresseert met noten er op.
Halverwege de ochtend is het tijd voor een tussendoortje.
Kies voor een grote beker groene thee en een lekker kopje koffie.
De koffie is niet verplicht maar wel lekker.
Het ontbijt was niet groot en dan kun je een beetje flauw worden. De koffie geeft je de kick die je goed kunt gebruiken.
En dan is het rond het middaguur tijd voor de lunch. Hoe laat die lunch is heeft te maken met de indeling van je dag. Sta je 's morgens vroeg op, dan heb je ook eerder op de middag trek in lunch.
Begint je dag later, dan is de behoefte aan een vroege lunch minder groot. De verdeling van de maaltijden op de dag wordt dan anders. Kijk ook naar de tips voor de meeneemlunch.
Kies voor een lekkere soep uit fase 1. Er is keus genoeg.
Een ruime portie groente van het seizoen.
Één van de eiwitmogelijkheden. Probeer er iets leuks van te maken.
En een portie fruit van het seizoen.
Neem vooral ook de tijd om je lunch te nuttigen. Als je te snel eet. Je lichaam heeft al snel een minuut of 20 nodig om te beseffen dat er genoeg gegeten is. Eet je sneller, dan zal je sneller trek krijgen.
Halverwege de middag is er tijd voor een tussendoortje.
In de middag mag je een schaaltje yoghurt of kwark zonder suiker. Eventueel een beetje zoetstof.
Kwark en yoghurt zijn een beetje zuur. En dat geeft een lekkere frisse kick in de middag.
Neem er een lekkere grote beker thee bij om voldoende vocht binnen te krijgen.
In de avond is het weer tijd voor het diner. Wanneer je gaat zitten voor het avondeten is afhankelijk van je dag. Heb je vroeg geluncht, dan heb je vroeg op de avond trek.
Misschien wil je liever eerst sporten, dan eet je later.
Neem voor al de tijd om rustig te eten. Eet ook niet te laat.
Je mag soep naar keuze uit fase 1.
Een ruime portie groente van het seizoen naar keuze.
Een eiwitrijk product. Zorg wel voor variatie.
En schaaltje yoghurt of kwark.
Vergeet tussen de maaltijden door niet om voldoende water te drinken.
Voldoende water drinken zorgt voor een beter gevuld gevoel gedurende de dag en het zorgt er voor dat je de afvalstoffen makkelijker kunt uitscheiden.